De klas
Klassengroepen
De groepen zijn ingedeeld op een leerstofjaarklassensysteem. Dit betekent dat kinderen van dezelfde leeftijd bij elkaar in de klas zitten. De klassen zijn dus homogeen samengesteld, maar de ontwikkeling van de kinderen is heterogeen. Hier spelen wij op in tijdens de les door gebruik te maken van differentiatie. Ook zien wij dit als een mooie kans om kinderen van elkaar te laten leren en elkaar te ondersteunen.
In de klas…
In de klas heeft alles een vaste plaats. Zo liggen bijvoorbeeld de schriften en materialen geordend in daarvoor bestemde kasten. Ook heeft elk kind in de klas een vaste plek voor zijn stoel en tafel. Die plaats is met zorg gekozen. Met verschillende leerkrachten wordt er gekeken waar welk kind het meest tot zijn recht komt en welke andere kinderen in zijn omgeving moeten zitten om met elkaar optimaal te kunnen ontwikkelen.
Elke leerling heeft een eigen Chromebook. Sinds 2 jaar maken wij hier gebruik van en het heeft geleid tot leerzame momenten voor de kinderen. Dit omdat de kinderen opdrachten maken die op hun eigen niveau zijn en werken met een systeem wat zich daar automatisch aan aanpast.
Bij ons op school begint het contact tussen leerkracht en leerling al bij de deur. Elke ochtend staat de leerkracht van de desbetreffende groep bij de deur en geeft hij/zij de kinderen een hand (i.v.m. de huidige omstandigheden wordt het schudden van de hand achterwege gelaten). Elk kind wordt hierdoor gezien door de leerkracht. Er is daarbij ruimte voor een gesprekje of een korte mededeling.
Elke maandag beginnen we als school met elkaar in de gemeenschappelijke ruimte. Daar openen we het Woord van God en zingen we de (psalm)liederen die de leerlingen voor deze dag hebben geleerd. Ook is er op dat moment ruimte voor mededelingen die voor alle groepen gelden.
Persoonlijk contact is belangrijk op onze school. De leerkracht werkt hieraan bij door onder andere elk jaar minimaal twee keer een gesprekje met elke leerling te voeren. Hierdoor wordt de band tussen leerkracht-leerling sterker en kan alles besproken worden, denk aan: het welbevinden van het kind, schoolresultaten en persoonlijke interesses.

Medezeggenschapsraad

Medezeggenschapsraad - kind
Kinderen komen naar school om zich verder te ontwikkelen. Zij ervaren wat in de klas of school prettig is en wat verbeterd zou kunnen worden. Vanaf groep 5 worden er in elke klas twee klassenvertegenwoordigers aangesteld. Deze groep vergadert elke laatste vrijdagmiddag van de maand met elkaar over verschillende kwesties. Er wordt vooral gesproken over punten waar de kinderen behoeften aan hebben en waar ze juist geen behoefte aan hebben. Dit gesprek wordt altijd bijgewoond door een onderwijsassistente of leerkracht. Een leerling wordt aangesteld om een verslag te schrijven van het gesprek, deze is te lezen in de nieuwsbrief.
Medezeggenschapsraad - ouders
Onze school draait niet zonder de inbreng van de ouders. Een ouder kan een leerkracht altijd aanspreken om wat door te geven of dit kan middels een briefje wat gegeven wordt door het kind. In elke klas wordt een klassenouder aangesteld, dit is uiteraard vrijwillig. De klassenouders vormen samen de medezeggenschapsraad. De medezeggenschapsraad bestaat momenteel uit 10 ouders. Elke laatste vrijdagavond van de maand komt de medezeggenschapsraad bij elkaar om te kijken wat hetzelfde moet blijven en waar verbeterpunten zijn. Ouders die niet deelnemen aan de medezeggenschapsraad kunnen altijd gesprekspunten doorgeven aan de klassenouders. Van elke bijeenkomst komt in de nieuwsbrief een verslag, zodat iedereen op de hoogte wordt gehouden.
Contact met ouders
Wij vinden de inbreng van de ouders een belangrijke schakel in de wisselwerking. Daarom stimuleren wij die inzet wat bijvoorbeeld te zien is aan te begeleiden tijdens een excursie, een kamp of een voetbaltoernooi.
Door het nauwe contact met de ouders wordt meer duidelijk wat de leefwereld van de kinderen is en waar zij mee bezig zijn. Zo kunnen wij als school zorgen voor een rijke leeromgeving. Op basis van een goede relatie kunnen er in vertrouwen ook persoonlijke en kwetsbare zaken bespreekbaar worden. Dit leidt tot een wisselwerking tussen ouders, de school en de kinderen.
Werkvormen
‘Samen leren we’ (Vygotsky, 1978). Dit uit zich allereerst in de coöperatieve werkvormen die continu ingezet worden tijdens de lessen. Elk kind heeft een maatje in de klas waaraan hij zijn vragen kan stellen en samen kan werken aan opdrachten. Ook zijn er in de klas groepjes gevormd waarmee de kinderen aan grotere opdrachten werken. Deze groepen zijn zo gevormd dat elk kind met zijn intelligentie een bijdrage kan leveren en de leerlingen elkaar aanvullen.
Onder het samen leren valt nog een ander aspect. We leren van elkaar en met elkaar. Dit vraagt altijd om feedback en verbetering. Daarom wordt er elke week een vergadering binnen de klas gehouden waar met elkaar gekeken wordt naar de planning, problemen en opdrachten. Het proces wordt geëvalueerd, dit wordt bijgehouden door kinderen in het klassenlogboek. Elke week zijn er andere kinderen verantwoordelijk voor het voorzitterschap, inbreng en notulist.
Elke les begint met een herhaling van de leerstof die eerder behandeld is, daar wordt tijdens de les verder op voortgebouwd. Ter ondersteuning van de lesstof wordt er gebruik gemaakt van afbeeldingen, video’s en materialen om zo met elkaar de doelen te behalen. Het blijft vaak niet bij het tekstboek en werkboek bij ons in de lessen. Dit omdat elk kind op zijn eigen manier leert en uitdaging nodig heeft. Dit wordt bij ons gedaan door gebruik te maken van de Meervoudige Intelligenties. Zo kan er bijvoorbeeld een sociaal gericht aspect ingezet worden bij een taalactiviteit en een rekenopgave bij een geschiedenisonderwerp aan de orde komen.
De lessen zijn opgebouwd aan de hand van het EDI-model (Expliciete Directe Instructie). Dit houdt in dat de leerkracht aan het begin het lesdoel van de les benoemt. De leerlingen moeten daarbij ook in eigen woorden kunnen verwoorden wat ze gaan leren. De lessen worden altijd gegeven aan de hand van pakkende introducties zodat de voorkennis van de leerlingen wordt geactiveerd en ze nieuwsgierig worden om meer te gaan leren. De leerkracht doet eerst, door te modelen, een opdracht voor. Daarna doet de leerkracht een volgende opdracht samen met de groep zodat tenslotte de leerlingen zelf aan de slag kunnen. Elke les heeft een duidelijk afsluiting waarbij de terugkoppeling wordt gemaakt naar het lesdoel wat van tevoren was opgesteld. Samen kijken we naar wat we hebben geleerd. De leerlingen die extra begeleiding nodig hebben krijgen na de instructie een verlengde instructie.
‘Een kind wat verwonderd of nieuwsgierig is, wil leren’ (Ligthart, 1917). Hier spelen de leerkrachten op in door tijdens de lessen aan te sluiten bij de leefwereld van de kinderen zodat het betekenisvol wordt (voor het persoonlijk leven). Wat doet een kind als er niemand kijkt? Precies! Dan gaat hij op ontdekkingstocht. Als school gaan wij samen met de kinderen op ontdekkingstocht. Door te experimenteren en te onderzoeken wordt de leerstof tastbaar. Dit wordt gedaan door af en toe eens verder te kijken dan het eigen klaslokaal en bijvoorbeeld echt naar buiten te gaan.
Elk kind werkt zelfstandig aan een gepersonaliseerde weektaak die door de leerkracht zijn gemaakt. Doordat een kind zelf moet bepalen wanneer hij welke opdracht doet, vergroot dit de verantwoordelijkheid van het kind. Om verder verantwoordelijkheid te stimuleren hebben kinderen taken binnen de school. Denk hierbij aan klassendienst, elk groepje het verzorgen van een eigen plant, oud-papier verzamelen en het verzorgen van de moestuin en de dieren.

Nieuwsbrief
Elke vrijdag om 16:00 verschijnt er een nieuwsbrief via de mail. In de nieuwsbrief kunt u algemene mededelingen vinden, maar ook mededelingen die gelden voor bepaalde klassen. Over elke klas wordt er beschreven waaraan deze week is gewerkt. Dit wordt ondersteund met beeldmateriaal.
Maak jouw eigen website met JouwWeb